De stondpunten van STORMPUNT (en nee, dat is geen typefout)

2019, Esther van der Storm

 

Heb jij ook wel eens een hele duidelijk mening over iets, waar je later toch op terugkomt? Een standpunt waarvan je later zegt ‘nee, dat zie ik nu toch anders’? Schrijver Wim Daniëls bedacht daarvoor ooit een hele treffende term: stondpunt. Stondpunten zijn standpunten die mensen ooit hadden en waarin ze veranderd zijn – voortschrijdend inzicht dus. Inmiddels bestaat STORMPUNT een half jaar en ja, ook ik heb stondpunten. In dit blog lees je waar ik nu anders naar kijk (en wat jij daarvan kunt leren voor je eigen organisatie). 

 

Het doel van STORMPUNT is om innovatie concreet te maken. Dat betekent dat ik langer betrokken wil zijn bij innovatietrajecten. Op die manier is de kans het grootst dat het niet bij een leuk idee blijft, maar dat zo’n idee ook echt wordt gerealiseerd. De afgelopen maanden viel ik meteen met mijn neus in de boter: ik mocht onder andere aan de slag bij Shell, begeleid een innovatietraject bij de gemeente Raalte en ben betrokken bij een fusieorganisatie.

 

In deze projecten vaar ik deels op mijn eerdere kennis en ervaring, maar ik dacht ook regelmatig: ‘Hé, hoe zal ik hier nou eens mee omgaan?’. Dat het uiteindelijk zo goed uitpakte, kwam doordat ik drie oude overtuigingen overboord zette.

 

Stondpunt 1: ‘Ik ben Zwitserland’

Jarenlang riep ik in trainingen en sessies: ‘Als facilitator ben je Zwitserland. Je bent neutraal en maakt geen onderdeel uit van de groep. Het is dus niet jouw taak om samen met de groep nieuwe ideeën te bedenken of uit te werken.’

 

Klinkt logisch, niet waar? Toch merkte regelmatig dat het lastig is om nieuwe ideeën te genereren als er te weinig ‘frisdenkers’ in een groep zitten. En dus besloot ik de afgelopen periode om af en toe uit Zwitserland te stappen. Dat leverde verrassend fijne resultaten op. Door aan te kondigen: ‘Deze oefening doe ik even mee!’, en een passende brainstormtechniek te gebruiken, bracht ik de groep dan weer in een creatieve flow. Achteraf kreeg ik er enkel complimenten over: ‘Wat fijn dat je even meedacht, daardoor kwamen we echt weer op betere ideeën!’.

 

Een ander voorbeeld. Aan het eind van een innovatiesessie vraag ik altijd wie alle losse ideeën in een presenteerbaar plan wil gieten. Uiteraard steekt niemand dan enthousiast z’n hand op; zo’n plan uitwerken kost immers weer extra tijd. Jammer genoeg strandt een innovatietraject vaak op dit soort praktische zaken: weinig mensen nemen de moeite om alle losse elementen samen te brengen in een concrete business case.

 

Behalve ik dan! Ik vind dat proces juist leuk. Daarom neem ik die rol steeds vaker op me: ik schrijf de business case, zorg er met een mooie lay-out voor dat ‘ie lekker smoelt en voilà: nog dezelfde week staat de uitwerking van een goed idee. Klaar om voor te leggen aan een groep managers, of te pitchen binnen de organisatie. En het allerleukste is: zodra ik aan de deelnemers van de innovatiesessie vraag wie er betrokken wil zijn bij de praktische realisatie, stomen de aanmeldingen binnen. Allemaal dankzij de actievere rol van de facilitator of projectmanager.

 

Stondpunt 2: ‘Alles moet altijd creatief zijn’

Toen ik van innovatie mijn werk maakte, nam ik me één ding voor: ik zou nooit meer memo’s schrijven, want dat paste echt niet bij een vernieuwend proces. Mijn innovatiekracht moest in alle elementen van mijn werk terugkomen. Maar… als innovatie-projectmanager bij een gemeente kwam ik er pas geleden niet onderuit: mijn eerste memo is alweer een feit.

 

Dat voelde in eerste instantie als falen. Want: ik was toch zo innovatief? Was ik nu niet weer terug bij af? 

 

Mijn standpunt werd een stondpunt toen ik besefte dat ik wel tegen die gevestigde werkwijze kan blijven trappen, maar dat ik daarmee uiteindelijk nergens kom. Als een memo binnen jouw organisatie dé manier is om een nieuwe aanpak, idee, plan of whatever er doorheen te krijgen, dan schrijf je dus een memo. Innovatie is geen doel op zich; het werkt alleen als het kan en past.

 

Stondpunt 3: ‘Ik schrijf NOOIT meer een boek!’

“Dat doe ik dus nooit meer!” riep ik van de daken toen Fleur Pullen en ik eind 2017 ons boek Let’s Ynnovate! lanceerden. Maar dit jaar begon het toch weer te kriebelen. En omdat ik steeds vaker de vraag krijg hoe we er met STORMPUNT voor zorgen dat ideeën ook echt worden gerealiseerd, was het idee voor een nieuw boek ineens geboren. Ik ben dus weer aan het schrijven en geniet er volop van! In mijn nieuwste boek maak in het realiseren van ideeën super praktisch. Een boek vol concrete tips dus, om direct toe te passen in je werk.

 

Stondpunt 4: ‘Ik kan het in m’n eentje’

Veel mensen hebben het idee dat ze alles in hun eentje moeten oplossen. Ook ik dacht ooit dat ik alles zélf moest kunnen. Inmiddels weet ik al een aantal jaar: innovatie is een gezamenlijk proces. Dat geldt ook voor de totstandkoming van een boek. Daarom ben ik nog op zoek naar extra tips en goede voorbeelden die de wereld móet weten om innovatieve ideeën een stap verder te brengen. Dus heb jij een aansprekend advies of verrassende tip, die ervoor zorgt dat ideeën op post-its wél blijven plakken? Neem dan contact met me op, wie weet belandt jouw tip dan wel in mijn boek. Uiteraard met bronvermelding :).

Een keer sparren over jouw stondpunten? Of ben je benieuwd hoe we medewerkers in onze trainingen leren om buiten de gebaande kaders te denken? Neem contact met ons op, we vertellen er graag meer over!